Stel je voor: je bent een kind, spelend op een zandheuvel, omringd door fluisterende bomen en knisperend blad.
Takken worden tentstokken, bladeren een dak. Je graaft, je bouwt, je verdwijnt in je eigen wereld.
Het schilderij is een glimp naar binnen, een tipi als schuilplek, waar je tussen de takken door de bomen ziet wiegen in de wind.
Er staat niemand op het doek, want jij bent degene die kijkt. Jij bent degene die droomt.